Op basis van de regeling Nieuwe Economische Dragers (NED) kan agrarische bebouwing, die haar agrarische functie heeft verloren, voor andere functies worden gebruikt. De NED-regeling is in 2006 gemeentelijk beleid van de gemeente Veere geworden. Onlangs is deze regeling geëvalueerd. De PvdA/GroenLinksfractie is blij met de aanbevelingen.
Als voorwaarde was opgenomen dat er sprake moest zijn van een reëel agrarisch bedrijf, om gebruik te kunnen maken van deze regeling. Het toestaan van niet-agrarische functies, of te wel het toestaan van een nevenactiviteit moest gepaard gaan met ruimtelijke kwaliteitswinst. De nevenactiviteiten dienden plaats te vinden in de bestaande aanwezige gebouwen. B&W waren bevoegd om vrijstelling te verlenen voor nieuwbouw, mits de nieuwbouw gepaard ging met sanering van bestaande bebouwing en/of een goede landschappelijke inpassing. Daarnaast kon de NED-regeling toegepast worden in monumentale en karakteristieke panden. Dit vanwege het belang tot behoud van deze cultuurhistorische gebouwen. Herbestemming of sanering van de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen was noodzakelijk om verpaupering te voorkomen, dit is gelukt. Daardoor leveren de nieuwe economische dragers een bijdrage aan het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied.
Maar: van de gevoerde procedures is een onevenredig groot aantal in de vorm van recreatieappartementen gerealiseerd. Bij de start van de regeling in 2006, is er volop gediscussieerd over de zgn. positieve lijst, de lijst met functies en activiteiten die mogelijk waren als economische drager in het landelijk gebied. Desondanks blijkt de regeling eenzijdig gebruikt te zijn voor recreatie, ca. 80% van de gevallen. Deze eenzijdige toepassing heeft negatieve gevolgen gehad voor het landelijk gebied. Van de totaal 51 NED-aanvragen zijn er op 37 percelen recreatieappartementen gerealiseerd, leidend tot een toename van maar liefst 126 appartementen. Er zijn dus veel nieuwe recreatiebedrijven in het buitengebied ontstaan, waardoor de recreatiedruk is toegenomen. Naast de appartementen zijn er de laatste jaren ook andere vormen van recreatie bijgekomen, zoals minicampings, kamerverhuur en zomerwoningen. Om het herstel van de balans tussen leefbaarheid en toerisme te bereiken, is het wenselijk terughoudend te zijn met het toestaan van de groei van toeristische accommodaties. Zoals bekend is PvdA/GroenLinks voorstander van het behoud van de leefbaarheid, niet alleen in de kernen, maar ook in het buitengebied. Een eenzijdige ontwikkeling en stapeling van recreatiefaciliteiten vinden we ongewenst. Ondanks dat willen we de NED-regeling niet geheel schrappen en denken dat deze voor de vitaliteit van het landelijk gebied noodzakelijk blijft. Vooral het behoud van rijksmonumentale en cultuurhistorisch waardevolle schuren vinden we belangrijk; onze fractie juicht het daarom toe dat voor wat betreft dit onderdeel het advies is ingewonnen van de Boerderijenstichting.
Onder meer de volgende aanpassingen zullen in een eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied uitgewerkt worden. Hier zijn we het volledig mee eens. - het is alleen mogelijk recreatieappartementen te realiseren binnen de bestemming ‘agrarisch’ (was: ‘agrarisch’ en ‘wonen voormalig agrarisch bedrijf’) en de mogelijkheden binnen de bestemming ‘wonen’ te schrappen, tenzij er sprake is van een rijksmonument of een cultuurhistorisch waardevol pand; - eventuele nieuwe recreatieappartementen moeten in bestaande schuren (niet zijnde gebouwen met in hoofdzaak stalen wanden) gerealiseerd worden; er wordt dus geen nieuwbouw meer toegestaan; -op een perceel mogen er niet meer dan twee appartementen gerealiseerd worden/aanwezig zijn (was: zes); tenzij er sprake is van een rijksmonument of een cultuurhistorisch waardevol pand.
Tiny Polderman